top of page

Stelsel van zon en haar planeten

  • maximreckelbus
  • Oct 8, 2014
  • 3 min read

Hallo astrobloggers,

Genoeg over supernovae en haar creaties, laat het ons nu eens hebben over hoe ons heelal precies in elkaar zit. We starten vanaf de Aarde en gaan zo telkens uitzoomen tot we de grootste structuur van alles hebben bereikt.

Het aller prilste begin

Ongeveer 13,6 miljard jaar geleden ontstond tijdens de big bang of oerknal ons heelal. Alles werd vanuit een heet punt de ruimte in geblazen en tijdens deze explosie ontstonden ruimte en tijd. Ons zonnestelsel is voor alle duidelijkheid niet ontstaan tijdens het ontstaan van ons heelal. Dat gebeurde veel later. Ongeveer 4,6 miljard jaar geleden werd een gele dwergster geboren uit supernovarestanten. Al dat sterrenstof begon rond te draaien en vormde zo een grote gasbol, onze zon. Als bijproduct ontstonden ook planeten en manen op dezelfde wijze als de zon ontstond. Ik spreek van bijproducten, want de zon neemt 99,86% van alle massa van ons zonnestelsel voor haar rekening. Helemaal in het begin was ons zonnestelsel nogal chaotisch en vlogen alle objecten door elkaar waardoor er geregeld wel eens botsingen waren tussen planeten en manen. Door deze botsingen smolten ze samen en werden ze groter tot ze volwaardige planeten waren (op asteroïden na). De planeten kregen nu stabiele banen en botsingen kwamen veel minder voor. Ons zonnestelsel was gevormd.

Indeling zonnestelsel

Het leuke aan ons zonnestelsel is dat alles ordelijk in elkaar zit, het is dus niet zo dat alle objecten lukraak door elkaar vliegen. Elk hemellichaam heeft zijn vaste baan en meestal staan hemellichamen van eenzelfde soort bij elkaar. Als we van binnen naar buiten ons zonnestelsel bekijken zien we als middelpunt natuurlijk onze ster, de zon. Daarna volgen de vier terrestrische, of aardse planeten: Mercurius, Venus, Aarde en Mars. Deze vier planeten bestaan allemaal uit gesteenten en hebben een kern uit ijzer. Van deze planeten hebben er slechts twee manen. Mercurius en Venus hebben er geen, de Aarde heeft haar maan Luna, en Mars heeft Phobos en Deimos waarvan men vermoedt dat het ingenomen asteroïden zijn. Tussen de terrestrische planeten en gasreuzen bevindt zich op zo’n 400 miljoen km van de zon een dikke band van ‘ruimteafval’. Dit zijn brokstukken die tijdens de vorming van ons zonnestelsel niets hebben kunnen vormen. Ik heb het natuurlijk over de asteroïdengordel. Na deze gordel vinden we het rijk van de gasreuzen. Dit zijn grote planeten die bijna uitzonderlijk uit gas bestaan. Dit zijn Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Alle gasreuzen hebben manen: Jupiter heeft er 64 waarvan de grootste Ganymedes, Saturnus heeft et 60 waarvan de grootste Titan, Uranus telt 27 manen waarvan de grootste Titania, en Neptunus heeft 14 manen waarvan de grootste Triton. Na de gasreuzen komen we in het gebied van de kometen en dwergplaneten. Het gaat om twee gebieden die zich verder dan de laatste planeet van ons zonnestelsel bevinden: de Kuipergordel en de Oortwolk.

Terrestrische en Joviaanse planeten?

De eerste vier planeten vanaf de zon geteld worden de terrestrische of aardse planeten genoemd. Dit is zo om de simpele reden dat ze uit vaste stoffen of aarde bestaan. Tijdens de vorming van ons zonnestelsel werd in de beginnende jaren een enorme zonnewind geproduceerd die de gasmantels, die de aardse planeten toen hadden, wegblies. Doordat deze planeten bij hun ontstaan dicht bij de Zon stonden verdampten de vluchtige stoffen grotendeels en bleef er een steenachtig oppervlak over. De verder naar buiten gelegen planeten bestaan voor een groot deel uit gassen als waterstof en helium, en heten daarom ook wel gasreuzen, of Joviaanse planeten naar de planeet Jupiter. Deze gasreuzen hebben vaak geen vaste korst. Volgens nieuwe inzichten worden Uranus en Neptunus geen gasreuzen maar ijsreuzen genoemd.

Dwergplaneten en ruimteafval

Met ruimteafval bedoelt men objecten die tijdens de vorming van ons zonnestelsel geen waardige planeten zijn kunnen vormen en daarmee worden dus asteroïden bedoelt. We kunnen ze terugvinden in de asteroïdengordel. De meest gekende asteroïden zijn Pallas en vesta, omdat ze ook het best waarneembaar zijn en de grootste. Over Ceres, die zich in de asteroïdegordel bevindt, is er soms nog twijfel of het om een heel grote asteroïde gaat of om een dwergplaneet die zich op een verkeerde plaats bevindt. Officieel is Ceres een dwergplaneet. De meest gekende dwergplaneet, die tot 2006 zelfs nog tot de volwaardige planeten werd gerekend, is natuurlijk Pluto. Verder kennen we ook nog Eris als een bekende dwergplaneet.

Rond onze ster draaien er acht planeten waaronder onze eigen Aarde. Onze ster draait samen met andere sterren rond het middelpunt van ons sterrenstelsel, de Melkweg. Daarover volgende week iets meer.

Maxim Reckelbus :)

 
 
Featured Posts
Recent Posts
Archive
Search By Tags
Follow Us
  • Facebook Basic Square
bottom of page